Columns & opinie
Geen Commentaar: Gescripte scripties
donderdag 30 mei 2013
© Silas.nl

Gelukkig waren er bitterballen. En de zon scheen. Eindelijk, voorbij gênant laat, voorbij pijnlijk over de tijd, voorbij enig maatschappelijk nut en daarom weer ironisch genietbaar, studeerde ik dan af. Net niet met lof.

Jarenlang had de scriptie mijn gemoedsrust verstoord. Eerst als stil verwijt, dan als klamme hand op mijn schouder, uiteindelijk als rottend lijk van mijn wetenschappelijke ambities – in wanhoop slordig verstopt onder de plankenvloer. De vakken gingen redelijk, de papers ook, maar dan die scriptie… Ik had een baan op niveau, woonde met iemand samen zonder discussies te hebben over schoonmaakroosters, had al een roman uit (eX, Bezige Bij, 2006, alleen nog antiquarisch te verkrijgen, wees er snel bij), schreef wel eens een stuk voor tijdschriften die je grootouders al lazen en had een vaste column in een Belgische krant. Natuurlijk, journalistiek en literair schrijven is geen academische arbeid maar iets op papier krijgen – daar had ik niet bepaald moeite mee.

‘Komaan, Blondeau, die ene, hoe heet ze ook alweer, is vijf jaar geleden afgestudeerd op het vertelperspectief in de teksten van The Doors. Op haar 22ste! En die is toen nota bene in de horeca gaan werken. En jij bent bijna dertig en je durft niet eens je leeslijst af te vinken uit angst dat je te slordig te werk gaat.’

Ik was natuurlijk niet de enige met scriptiestress – zie het voorpaginaverhaal. En waar vraag is, verschijnt vroeg of laat aanbod. Nu de langstudeerders in dezelfde gangkast terechtkomen als de bandrecorder en de zitzak, doen de scriptiebureaus goede zaken. Als ik tweeduizend euro had neergelegd, was iemand mijn handje komen vasthouden bij het schrijven. Het is dat ik daar te ijdel voor ben, maar economisch gezien, was het een verstandige beslissing geweest.

Mijn eigen vertraging was allicht al te particulier (eerste van de familie die naar de universiteit ging, ‘Wat dan?’- syndroom, onderontwikkeld je-m’en-foutisme …) maar als er bij één bureautje zo’n twintig Leidse studenten per maand zich aanmelden, dan laat de universiteit steken vallen op het vlak van studentenbegeleiding.

‘Academische naïveteit’ noemt een scriptiedokter het. Docenten zouden hun afstudeerders te veel als academische gelijken beschouwen. Maar de studenten snappen blijkbaar de artikelen niet die ze van hun begeleiders krijgen. Het is een wrange constatering. De conclusies mag u zelf trekken – ik beschouw u namelijk ook als een academische gelijke.

Eerder dit academiejaar interviewde ik voor deze krant de hoogleraar fonologie Marc van Oostendorp. Hoe had hij zijn scriptie aangepakt? Zijn blijmoedige en gratis (!) advies staat me nog steeds bij: ‘Geen zorgen maken! Tikken!