Studentenleven
'Je bent moe h
Judith van Hoogdalem
woensdag 22 mei 2013
© Currimus

Gijs van de Ven (25, geneeskunde): ‘Vorig weekend renden we voor het eerst mee in de RoPaRun. Dat is een estafetteloop van Parijs naar Rotterdam om geld op te halen voor kankeronderzoek.'

Daniel de Swart (23, Ruslandkunde): ‘Een commissie is er al sinds de zomervakantie mee bezig. Om zoveel mogelijk op te halen hebben we moeten netwerken en benefietborrels georganiseerd.'

Gijs: 'De loop was een groot feest: langs de route waren er waxinelichtjes, carnavalwagens en juichende mensen. Er was zelfs een podium waar we even on the run gehuldigd werden. In Frankrijk was het minder. Die Fransen moesten echt niks hebben van die busjes die de hele nacht door hun dorp reden.’

Daniel: 'Er lagen gewoon schroeven op de weg. Daardoor hebben we drie keer een lekke band gehad met onze camper. Gelukkig hebben Bulgaarse vrachtwagenchauffeurs ons, in de stromende regen, geholpen de band te verwisselen.’

Gijs: ‘Om ervoor te zorgen dat de hardloper nog op tijd was bij het volgende punt, hebben we hem maar op de fiets gezet.’

Daniel: ‘Er waren een paar mensen van Currimus meegegaan als reservelopers, voor als onze deelnemers last kregen van blessures.

'Die hebben we uiteindelijk niet in hoeven te zetten. Ik was een van die reserves en ik vond het wel jammer dat ik niet mee kon lopen, dus af en toen zei ik tegen een loper: "Je bent moe hè? Je mag wel stoppen hoor, dan neem ik over." Maar dat leidde uiteindelijk alleen maar tot meer motivatie.’

Gijs: ‘Wij waren het enige studententeam dat meedeed. Er deden vooral veel bedrijven mee. En team 112 was de brandweer.’

Daniel: ‘Ja, die rommelen niet aan met campers, die nemen gewoon een hele tourbus mee. Het team van de politie had een omgebouwde bus met allemaal stapelbedden erin. Maar alsnog liepen ze niet zo snel.’

Gijs: ‘Wij waren als een van de laatste teams gestart, en als achtste geëindigd van meer dan 350 deelnemende teams.’

Daniel: ‘Voor ons startte de race in Parijs op zaterdagavond om 12 uur. De donderdag ervoor zijn we nog even de stad in geweest. De laatste groep kwam vrijdagochtend pas om zeven uur terug op de camping.’

Gijs: ‘We blijven toch studenten.’