Columns & opinie
Column: Managers & medezeggenschap
woensdag 17 april 2013

In mijn mailbox een belangrijk bericht van de Franse Nationale Bibliotheek. Of ik mij verkiesbaar wilde stellen voor een positie als abonneevertegenwoordiger in de medezeggenschapsraad. Dit alles natuurlijk niet voordat elk stadium van een fatsoenlijke democratische verkiezing is doorlopen: drie voorrondes, verkiezingsdebatten, lastercampagnes. Nergens wordt democratie zo bloedserieus genomen als in Frankrijk. Voor je het weet ben je daar klantenvertegenwoordiger in de ondernemingsraad van de bakker op de hoek, zit je in de medezeggenschapsraad van je favoriete disco en doe je de kascommissie van de straatkrant. Is dat stapelen van politieke functies geen probleem? Welnee, zelfs de Franse parlementariërs zijn tegelijkertijd minister of burgemeester.

Het moge duidelijk zijn dat een wereld vol medezeggenschap een utopie is gebleken. Inspraak is goed, maar zodra die inspraak verandert in pure macht - vaak vetomacht - verliest een bedrijf, universiteit of samenleving alle slagkracht. Het heeft Frankrijk economisch kapot gemaakt en ook Nederland is niet aan de ‘zegeningen’ van 1968 ontsnapt.

Maar in koopmansland Nederland heeft het er vooral toe geleid dat bestuurders de moeilijke besluiten die ze moeten nemen gaan verpakken in allerhande blije boodschappen. Luister maar naar ons college van bestuur... Een bezuiniging is een ‘kans’, krimp is een ‘uitdaging’. Sterker nog: bezuinigingen leiden eigenlijk automatisch tot excellentie. Nou, dat is toevallig! Is dat niet precies wat de regering van ons wil? Minder geld, meer excellentie?

Negatieve maatregelen

frame je niet zo maar weg met marketingtaal. De mondige kiezer, werknemer of consument prikt daar dwars doorheen. Net als de bibberende treinreizigers die op een besneeuwde wintermorgen de commercieel directeur van Hi-Speed (mevrouw Kaper, nomen est omen) op Radio 1 hoorden zeggen dat de Fyra last had van ‘opstartproblemen’. En dan doelde ze op het project, niet op de locomotief. Maar verder was het een trein met ‘de beste prijs-kwaliteitverhouding’. Zo ‘best’ zelfs dat het inmiddels onzeker is of we die dure treinstellen ooit nog langs Leiden zullen zien razen.

Een ander mooi voorbeeld van hoe het niet moet gaf onze onlangs opgestapte rector magnificus. Die weigerde in een interview met Mare te praten over de ophef over zijn riante vertrekregeling in tijden van bezuinigingen en ontslag. Uiteindelijk zag hij van een deel van die beloning af. Zijn enige commentaar: ‘Er werd gewoon te veel over geschreven en gepraat en dat was niet in belang van de organisatie.’ Dat klinkt nou niet echt als een berouwvolle boetedoening van een tot inkeer gekomen bestuurder. Maar het goede nieuws: erover schrijven en praten werkt dus wel!

Ook de kritische vragen in de Universiteitsraad hebben geholpen. Juridisch is die raad misschien een tandeloze tijger, in de praktijk blijkt ze toch een blok aan het been van de bestuurder. Al is het maar omdat een mailtje aan Mare zo is verstuurd en een rel snel is geboren. Deze niet te onderschatten soft power van massa, media en medezeggenschap doet langzaam het besef doorsijpelen dat we op weg zijn naar een nieuwe bestuurscultuur.

De enige optie die managers in dit tijdperk hebben is eerlijkheid en openheid. Elke uitvlucht of maskerade is een schot in eigen voet. Een goede manager gaat hier niet alleen in mee, maar draait de zaak om. Nu is het altijd de Universiteitsraad die in haar vergaderingen vragen stelt aan het college van bestuur, en opheldering eist over gevoelige dossiers. Een slim college probeert het eens helemaal andersom en gaat vragen stellen aan de raad. Sterker nog: het geeft de raad in een vroeg stadium alle informatie over fusieplannen, bezuinigingsoverwegingen en ICT-aankopen en vraagt haar mee te denken. Wat is er mis mee om je personeel en studenten serieus te nemen? Door er vanaf het begin af aan samen in te staan, is er nooit ruimte voor een debacle zoals op de VU.

Nogmaals: onbeperkte inspraak stimuleert een radendemocratie die zelfs de meest verstokte utopisten niet zouden verdragen. Maar te weinig laat de macht over aan de grootheidswaan van managers met een schaalvergrotingsfetisj. Medezeggenschap is de eeuwige zoektocht naar een wankel evenwicht.

Geerten Waling doceert en promoveert bij geschiedenis