Studentenleven
Clubje: 'Ik maak me nooit druk om verlies'
woensdag 17 april 2013
© Taco van der Eb

Kasper Richmond (21, criminologie, links): ‘Het Blackjack- en Rouletteteam werd jaren geleden opgericht door het vergane Quintus-dispuut BunBury Circle. Een aantal Cobranen (van het dispuut Cobra, red.) heeft de spullen later overgenomen. Het is nog best lastig om al die tafels ergens te laten. Hiervoor stond het bij iemand op de wc. Nu ligt het bij mij op zolder.’

Jens Bruggemann (21, geneeskunde): ‘In de tijd van BunBury Circle was het echt heel groot. Ik heb gehoord dat die jongens op hun hoogtepunt van alles wat ze verdienden in de zomer twee weken op vakantie konden. Inclusief eten, drinken en stappen.’

Richmond: ‘Dat zouden wij ook wel willen.’

Bruggemann: ‘Op dit moment zitten we in een soort overgangsperiode. Een groepje oudere Cobranen heeft het druk met vaste banen. We proberen nu wat jonge gasten aan te trekken.’

Richmond: ‘Mensen schakelen ons in op gala’s, bruiloften en lustrumfeesten. We hebben drie blackjacktafels en een roulettetafel en komen altijd in smoking. Zeker aan het begin van de avond is het een uitdaging om de juiste sfeer te scheppen en mensen naar de tafels te krijgen. Aan het eind van de avond, als iedereen wat beschonken is, gaat het gemakkelijker.’

Bruggemann: ‘We spelen eerst wat spek-en-bonen-rondjes om erin te komen en er is genoeg tijd voor uitleg. Blackjack is bij mannen meer geliefd dan bij vrouwen, die houden meer van roulette. Ze denken dat het ingewikkeld is, maar na een korte uitleg kan iedereen meedoen.’

Richmond: ‘Laatst kwamen er twee meisjes die het wilden leren. Maar na een kwartiertje hadden ze het wel weer gezien en gingen ze dansen. Zo gaat het altijd. Mannen blijven hangen: een goed glas whisky erbij en een beetje kletsen.’

Bruggemann: ‘Je deelt niet alleen de kaarten, maar moet ervoor zorgen dat mensen een leuke avond hebben. Ik zeg bijvoorbeeld tegen mijn gasten: "Het is nog niet echt je avond, hè, zal ik nog een extra keertje voor je schudden?" Des te later het wordt, des te meer ruimte er is voor grapjes.’

Richmond: ‘We drinken zelf ook wel iets op zo’n avond, maar je moet wel helder blijven. Als je een telfout maakt of iemand vergeet, dan moet je uitbetalen.’

Bruggemann: ‘Bij mijn allereerste klus waren de oprichters van BunBury Circle aanwezig. Ze kwamen bij mij aan tafel en speelden me helemaal blut. Dat was wel even spannend.’

Richmond: ‘Maar in principe ben je als bank in het voordeel. We spelen volgens vaste regels. Een kaart pakken bij zestien en stoppen bij zeventien bijvoorbeeld. Het is fijn als mensen weten waar ze aan toe zijn. Wat dat betreft heb je dus ook geen speciale vaardigheden nodig om croupier te zijn. Het blijft een kwestie van geluk hebben.’

Bruggemann: ‘In een zeldzaam geval krijg je het vermoeden dat iemand kaarten kan tellen. Dan doe je er een extra deck bij.’

Richmond: ‘Ik maak me eigenlijk nooit druk om verlies. Je moet gewoon zorgen dat de mensen aan je tafel blijven en een leuke tijd hebben.’

Bruggemann: ‘De meest memorabele avond vond ik een lustrumfeest op mijn oude middelbare school. Ze hadden de ruimte ingericht als jaren-30-café in Chicago. De tafels stonden in een halve cirkel, met de roulette in het midden. De heren liepen in smoking, de dames in cocktail. We stonden onder van die poollampen met een groene kop en nipten af en toe van ons glas whisky. Dat was een perfecte avond, waarop onze aanwezigheid ook heel sfeerbepalend was.’

Door Petra Meijer