Nieuws
Leiden blij met meerjarig bsa
De Universiteit Leiden wil zo snel mogelijk het bindend studieadvies in het tweede jaar invoeren. Minister Bussemaker van Onderwijs gaf deze week groen licht aan universiteiten en hogescholen om hiermee te experimenteren.
donderdag 14 maart 2013

Leiden is blij met het besluit en wil zo snel mogelijk universiteitsbreed een bsa van 45 punten in het tweede jaar invoeren. Een verdeling zestig punten/ dertig punten is overigens ook mogelijk. Verder wordt het bsa in het eerste jaar opgehoogd van 40 naar 45 punten.

Bussemaker wil dat universiteiten ook na het eerste jaar ‘een stok achter de deur houden’ en studenten prikkelen ‘zich voldoende in te zetten’. ‘Docenten passen zich nu vaak aan aan het niveau van studenten die de stof niet voorbereiden en niet geïnteresseerd zijn’, zei de minister op Radio 1. ‘Dat haalt de kwaliteit naar beneden.’

Het beleid is ‘tweezijdig’. Ook de studiebegeleiding en de kwaliteit van het onderwijs moeten omhoog.

Volgens universiteitsvoorlichter Renée Merkx doet Leiden ‘natuurlijk’ mee aan het experiment. ‘Het staat in de prestatieafspraken die met voormalig staatssecretaris Zijlstra zijn gemaakt. We hebben het zelf aangevraagd en willen zo snel mogelijk beginnen.’

Studenten in hun laatste jaar zijn uitgesloten van de maatregel. Maar in de brief aan de Tweede Kamer staan meer opvallende maatregelen. Zo kan een eerstejaars voor het einde van het jaar worden weggestuurd, als hij zijn tentamens niet haalt. Dat kan nu pas op het einde van het jaar. Ook schrijft de minister dat tentamencijfers eerder kunnen vervallen.

De minister laat het aan de universiteit hoe de maatregelen precies vorm worden gegeven. Het is de bedoeling dat het experiment al in het collegejaar 2013/2014 van start gaat. Bussemaker wijzigt niet de Wet op het hoger onderwijs (WHW) maar maakt gebruik van een wetsartikel dat experimenten toestaat.

Vice-rector Simone Buitendijk reageerde bij de NOS op de plannen en benadrukte dat het juist heel belangrijk is dat studenten na het eerste jaar het tempo erin blijven houden. Volgens haar gaan ‘zelfs studenten die prima studeren in het eerste jaar eigenlijk allemaal langzamer werken in het tweede jaar’.

Door dat achterover leunen ‘lopen studenten vertraging op en is er aan het eind van de studie bijvoorbeeld minder tijd voor bestuurswerk, verdieping van het onderwijs of een half jaar naar het buitenland’.

De minister heeft haar besluit in een zogeheten Algemene Maatregel van Bestuur gegoten. Instemming van de Eerste en Tweede Kamer is niet nodig.

De leden van beide Kamers krijgen nog wel de kans om aan de minister te vragen om het voorstel te veranderen.

Ook het hoogste adviescollege van de regering, de Raad van State, buigt zich nog over het plan. Maar de kans dat het niet doorgaat, is klein.

De Landelijke Studentenvakbond (LSVb) noemt het een ‘ondoordacht en visieloos plan’ dat alleen is bedoeld om studenten ‘niet beter maar sneller’ te laten studeren. Universiteiten en hogescholen worden zo ‘snelstudeerfabrieken’.

Het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) spreekt over ‘verschoolsing’ van opleidingen en vreest dat er weinig ruimte over blijft voor studenten om naast hun studie te besturen of een bedrijf op te zetten.

Universiteitenkoepel VSNU is wel blij met het strengere bsa, omdat het een belangrijke bijdrage kan leveren aan het verbeteren van het studierendement.