Columns & opinie
Geen Commentaar: De Joodse Kwestie
Vincent Bongers
woensdag 13 februari 2013

Rook kringelt omhoog in een muf zaaltje in een universitair gebouw. Alle stoeltjes zijn bezet, ook staplekken in de bedompte ruimte zijn schaars. Een aantal studenten kijkt woedend naar het faculteitsbestuur en vraagt schreeuwend om uitleg over het plan om de pauzes tussen twee college-uren met vijf minuten te verkorten.

De faculteitsraadsvergadering duurt al uren en een groot aantal agendapunten moet nog worden behandeld. Geesteswetenschappen decaan Van Schimmelpeeck voelt de steken in zijn rug en ergert zich aan het goedkope stoeltje waar hij op zit. Uiteraard is het rotding na lang overleg met de faculteitsraad aangeschaft. Even droomt hij weg en vervagen de boze koppen van studenten en medewerkers. De langstzittende vakbondsman in de raad ziet het gebrek aan concentratie en slaat keihard met de vuist op tafel. ‘Je bent nog lang niet van ons af’, roept hij. Het wordt nog een lange nacht.

Zo kan een faculteitsvergadering er ergens begin jaren zeventig best eens uit hebben gezien. Medewerkers en studenten hadden de macht om mede de koers van de universiteit te bepalen. Dat leidde soms tot excessen en effectief besturen werd haast onmogelijk.

De almachtige medezeggenschap is al weer lang geleden vakkundig gesloopt door het ministerie van Onderwijs maar nog steeds hebben de faculteitsraden veel te zeggen. Maar te vaak blijft het stil en leggen de raadsleden zich gemakzuchtig neer bij de wil van het bestuur.

Eind vorig jaar deed het faculteitsbestuur van Geesteswetenschappen het voorstel om de opleidingen Hebreeuwse en Joodse studies en Godgeleerdheid te schrappen. De faculteitsraad kreeg alleen een vage toezegging dat de expertise en de staf van Hebreeuws behouden bleven en zouden opgaan in brede bachelors. Een uitgewerkt plan kregen de raadsleden niet te zien. Toch stemden zij in met het voorstel. Dit tot grote woede van studenten van de opleiding die protesteerden tegen de gang van zaken. Die voelden zich in de steek gelaten door de raad.

Decaan Wim van den Doel had net zo goed tijdens de vergadering even kunnen babbelen met zijn medebestuursleden en dan een kattebelletje kunnen krabbelen met de tekst. ‘Effe tussendoor: we heffen twee opleidingen op. Akkoord?’

Tuurlijk, prima. Misschien had Van den Doel even moeten testen hoe ver hij kon gaan. Geschiedenis schrappen? Alle vakken in het Swahili? Een algemeen koffieverbod? Wellicht was de raad in het laatste geval wel wakker geschoten.

De universiteitsraad kreeg nu de Hebreeuwse/Joodse kwestie in de maag gesplitst. De raadsleden moesten om een goede afweging te maken bij het college van bestuur bedelen om een uitgewerkt plan. Het college had eigenlijk geen behoefte om daar aan te voldoen. De zaak was immers al in de faculteitsraad afgekaart.

Na veel gedoe kwam er op het laatste moment meer informatie en ging de raad akkoord met het verdwijnen van de opleidingen. De raadsleden ergerden zich kapot over de gang van zaken en dat kreeg het college te horen. Maar zij zijn niet de mist ingegaan. Het wordt tijd dat de partijen in de raad hun facultaire collega’s eens goed wakker schudden. Want daar ging het fout.