Studentenleven
'Mijn lievelingskus is de simultane sabbelzoen'
Petra Meijer
woensdag 13 februari 2013
© Marc de Haan

‘Hai, mag ik jou misschien een beetje liefde geven? En misschien ook een knuffel?’ De studenten die zich op de eerste dag van de open week bij SSR verzameld hebben nemen een rood papieren hartje in ontvangst en geven de vreemd uitziende dame een onhandige knuffel. ‘Hmm, het mag best wat steviger, hoor. Ja, zo ja. Heerlijk!’

De dame in het witgele mantelpakje is professor Saliva Zuurmond. Zij geeft zoencolleges. Terwijl iedereen in de overvolle kelderbar een plekje zoekt, gaat de professor bij een jongen op schoot zitten. Haar hoofd nadert de zijne en ze kijkt hem diep in de ogen. Zijn wangen kleuren langzaam rood. ‘Jij hebt echt de mooiste blauwe ogen die ik ooit heb gezien.’ En tegen de buurvrouw: ‘Wat? Is dit jouw vent? Ach, alles kan stuk zou ik zeggen.’

Voordat de zoenworkshop begint wil Saliva Zuurmond het niveau peilen. Iedereen moet opstaan. ‘Ga zitten als je nog nooit gezoend hebt.’ Slechts één jongen gaat zitten. ‘Lieverd, kom na afloop even langs, dan lossen we dat op.’ Vervolgens moet iedereen die deze week niet gezoend heeft zitten, en daarna degenen die dat nooit in de kelderbar deden. Er blijven flink wat studenten staan.

‘Eigenlijk mag je in de kelderbar niet zoenen, dat is een van de ongeschreven regels’, vertelt Saskia van den Berg (21, bestuurskunde). Ze zit in de commissie die de open week van SSR organiseert. Haar commissiegenootje Cees Faes (19, academische pabo) heeft de activiteit bedacht. ‘Ik zag het op een flyer van de Hogeschool. Het leek ons erg leuk.’

Enkele weetjes: met zoenen verbrand je 26 calorieën per minuut; mensen die regelmatig zoenen leven vijf jaar langer; tijdens een goede tongzoen komen er 36 verschillende spieren in beweging en per etmaal maak je een halve tot anderhalve liter speeksel aan. ‘Ga eens na met hoeveel mensen je gezoend hebt, en hoeveel speeksel je van die ander hebt ingeslikt, en die ander van jou.’

Dan volgen de grootste valkuilen. ‘De wasmachine!’ roept iemand uit de zaal. ‘Inderdaad, de propellerzoen, niet doen! De fonteinzoen: al dat slijm druipt naar beneden. Er zit maar een ding op jongens, slikken! En dan hebben we nog de gapendgatzoen. Daar hebben vooral mannen een handje van. Mijn lievelingskus is de simultane sabbelkus. Er komt geen tong aan te pas, maar het is zo fijn!’

Omdat er die avond ook gezoend moet worden, mogen Jeroen en Karin (duidelijk een stelletje) naar voren komen. Maar ook Nicky en Patrick, die elkaar niet kennen, moeten ten overstaan van de hele zaal tegenover elkaar gaan staan. De twee worden zichtbaar nerveus. Uiteindelijk blijken zij een hele lange dropveter te krijgen, terwijl de lippen van het stelletje elkaar al na drie kleine hapjes ontmoeten.

De avond wordt afgesloten met negerzoenen en Saliva vraagt het bestuur voor één avond een uitzondering te maken en zoenende mensen te gedogen.

‘Normaal hebben we de regel: geen gevoos in de soos’, zegt voorzitter Carlo Konings (25, psychologie). ‘Maar vanavond zijn we wat minder streng.’