Columns & opinie
527: Kiemkracht
Vorige week kwamen zo’n vijftig wiskundigen in het Leidse Lorentz Center bijeen met mensen uit het bedrijfsleven. De jaarlijkse Studiegroep Wiskunde met de industrie ging onder meer over rijst en koffie.
woensdag 6 februari 2013

Mede-organisator Vivi Rottschäfer, wat is die studiegroep precies?

‘Elk jaar wordt er aan een Nederlandse universiteit een week georganiseerd, waarin zes bedrijven komen met een vraag waarop de wiskunde een antwoord kan formuleren. Een groep wiskundigen gaat dat vervolgens proberen.’

Waarom?

‘In de eerste plaats omdat het leuk is. Je doet even iets anders, en werkt samen in een klein team van mensen die je waarschijnlijk nog niet kende. Voor de bedrijven is het natuurlijk voordelig als ze een antwoord krijgen en het biedt ze de kans om potentiële werknemers te scouten. Promovendi kunnen zien wat ze na hun promotie kunnen doen. En het levert publiciteit op: het laat zien dat wiskunde heel erg belangrijk is.’

Dit alles op kosten van die zes bedrijven, uiteraard.

‘Nee; ze leveren wel een bijdrage. Onze hoofdfinanciers zijn NWO en STW, twee organisaties die beurzen voor wetenschappelijk onderzoek verstrekken.’

Met wat voor problemen komen de bedrijven zoal?

‘Zelf heb ik gewerkt aan een probleem van een bedrijf dat machines ontwikkelt voor zaadproducenten en -verdelers. Zij willen weten welke zaden goed ontkiemen, maar dan zonder ze daadwerkelijk te laten ontkiemen, want dan kun je ze niet meer verkopen. Dat schatten ze in door te meten hoeveel zuurstof een zaadje opneemt: hoe sneller dat gebeurt, hoe groter de kiemkracht. Dat bedrijf had de meetgegevens al, maar ze wilden een wiskundig model dat beschrijft wat er in het zaadje plaatsvindt.’

En jullie hebben zo’n model gebouwd?

‘Inderdaad. We kunnen in ons model bepaalde processen aanwijzen die belangrijk zijn. Hoe snel zuurstof van buiten het zaadje binnenkomt, is een maat voor hoe goed het zaadje is. Zo kan dat bedrijf selecteren op kwaliteit, bijvoorbeeld door verder te kweken met de zaden die dat het beste doen.’

Een andere groep deed onderzoek naar koffie, zag ik.

‘Dat is natuurlijk heel belangrijk. Zoals Alfréd Rényi al zei: “Een wiskundige is een machine die koffie omzet in stellingen.” De koffiemarkt lijkt sterk op de aandelenmarkt: er zijn puts en opties, en tachtig procent van de handel vindt alleen op papier plaats. Dat zorgt voor sterke prijsschommelingen en voor speculatie. Een Nederlandse koffie-inkoper wilde een model dat uitlegde hoeveel risico dat bedrijf daardoor loopt.

‘Het team maakte modellen van verschillende complexiteit. Het simpelste model was zó eenvoudig dat het bedrijf het dezelfde dag nog kon implementeren. Ik denk dat ze daar direct wat aan hebben gehad, en echt kosten mee kunnen besparen.’

Dus volgend jaar is er weer zo’n studiegroep?

‘Zeker. Dit was al de zestiende keer dat we het deden. Maar volgend jaar is het niet in Leiden, dan is de TU Delft aan de beurt.’