Achtergrond
Wees geen spons
Eerstejaars, vergeet alles wat u tot nu toe gehoord heb. De universiteit is geen braspartij en ook geen middelbare school plus. U bent hier om te studeren. Hoe? Hierbij zes tips tegen de zesjescultuur.
Thomas Blondeau
donderdag 31 januari 2013

 1. Wat wil die eigengeiler van een docent horen?

Rutger Bregman behaalde zijn bachelortitel geschiedenis cum laude met het dubbele aantal studiepunten. Onlangs publiceerde hij het boek Hoe haal ik mijn tentamen?.

‘Van studeren wordt vaak gezegd dat je alles kunt halen als je maar intelligent bent en hard genoeg werkt. In mijn boek bekijk ik het tentamen en de studie nu eens niet vanuit de student maar vanuit de docent. Wat wil hij horen? Neem je docent serieus, zorg dat je naar elk college gaat zodat je weet waar hij de accenten legt. Want docenten zijn allemaal ontzettende eigengeilers die hun graag hun eigen boeken voorschrijven en teruglezen wat ze zelf belangrijk vinden. Op deze manier kun je met zo min mogelijk tijd de beste resultaten halen.’

2. Wees geen spons

Cathelijne Filippo is studentenpsycholoog aan de Leidse universiteit.

‘Voor eerstejaars is het vooral belangrijk dat ze overzicht houden. Welke vakken moet ik halen? Hou ik mijn stof en aantekeningen goed bij? Zorg ik ervoor dat ik niet alles vlak voor het tentamen moet doen?

‘Nieuwe studenten moeten er rekening mee houden dat de universiteit echt anders is dan de middelbare school. Daar kon je je nog beredderen met de sponstechniek; alles dus in één keer opnemen. Maar daar is de hoeveelheid stof nu te groot voor. Ze moeten strategisch studeren door hoofdlijnen te onderscheiden, schema’s maken enzovoorts.

Als studenten twijfelen over hun studie of hun aanpak kunnen ze op de site van de studentenondersteuning de vragenlijst van SMART (StudieManagement & Academische Resultaten Test) invullen. Dan kun je meteen zien waar de knelpunten zitten. Er zijn workshops om deze aan te pakken. Ook kunnen ze terecht bij ons open spreekuur. Bij vragen over de opleiding is de studieadviseur aangewezen en als het om de studiekeuze gaat kun je bij de studiekeuzeloopbaanadviseur aankloppen.’

3. Doe niet meer dan nodig is

Ivo Opstelten, minister van Veiligheid en Justitie, studeerde rechten in 1963-1969.

‘Ik heb niet meer gedaan dan nodig was voor mijn afstuderen. Het werd op het laatst wel interessanter omdat je dichter bij je eigen interesse komt. Maar in het begin had je vakken als Romeins recht, een hele kluif. Grote, dikke boeken moest je doorploegen met al die Latijnse teksten, vreselijk. Daar had ik een repetitor voor. Die zei eens (zet krakerig stemmetje op, red.): “Als u zo doorgaat, meneer Opstelten, blijft u zitten in dat ULO-klasje daar aan het Rapenburg.”

‘Ik heb dus publiek recht gedaan, bestuurskunde. Dan kreeg ik zo’n stapel boeken mee en bij het tentamen was het eerste wat hij vroeg: “Ivo, heb je al die boeken gedaan?” Dan zei ik: “Ja, Herman.” Hij zat ook bij Minerva, ik kende hem. “Als je dat echt gedaan hebt, heb je een zeven’, zei hij. “Daar neem ik geen genoegen mee”, antwoordde ik, “ik ga voor meer”.

‘En na een half uur van praten en vragen stellen, zei hij: “Het gesprek is beëindigd. Zie je wel dat zeven het juiste cijfer is.” (lacht) Zo ging dat toen nog.’ (uit een eerder verschenen Mare-interview)

4. Werk je aantekeningen meteen uit

David Fontijn is docent archeologie en won in 2009 de prijs als beste docent van de Universiteit Leiden.

‘Het is zo vanzelfsprekend dat ik het eerst niet eens deed. Tot iemand het me zei. Als je op de dag zelf je aantekeningen uitwerkt, ben je er niet zoveel tijd mee kwijt en heb je beter overzicht. En als je de stof extra aantrekkelijk wil maken, ga dan ook boeken naast je stof lezen. Een docent geeft vaak suggesties mee. De meeste mensen doen dat niet, maar ik vond het echt motiverend. Maar goed, ik wist ook al vanaf mijn vierde dat ik archeoloog wou worden.’

5. Weet wat je wil

Maaike Kroon (30) is de jongste hoogleraar van Nederland en werkzaam op het gebied van de scheidingstechnologie, aan de Technische Universiteit Eindhoven.

‘Je moet goed weten wat je wil en daar voor gaan. Als eerstejaars kun je wel eens ontmoedigd worden door de algemene vakken. “Dit is niet waarom ik deze studie koos”, denk je dan. Sommigen haken dan af terwijl je net in je tweede jaar meer je richting kan bepalen.

‘Denk daarom altijd een stapje vooruit en blijf dat ook je hele studie doen. Als je gaat afstuderen, kom dan zelf met je onderzoeksvraag en stap niet zomaar in het project van promovendus. Wil je verder in de wetenschap, zorg dan ook dat je op tijd je onderwijsdiploma haalt.’

6. Neem een voorbeeld aan de Leidse student Jamie

Jamie Chua (19!), vierdejaars geneeskundestudent en derdejaars conservatorium student, jazzpiano. Mare vroeg naar zijn geheim. Rond middernacht mailde hij:

‘1. Goed plannen. 2. Focussen op één ding. Alles wat ik doe, doe ik goed, anders doe ik het niet. 3. Geloven in je mogelijkheden. 4. Work hard, party hard. Positieve bekrachtiging werkt. 5. Zoek continu naar mensen die je kunnen inspireren. Ik heb liever geen docent dan een slechte docent. Maar een echt goede en inspirerende docent is goud waard.’

Voor meer informatie zie www.studietips.leidenuniv.nl

De lat moet omhoog

Nieuwe maatregelen dwingen studenten meer punten te halen en sneller hun studie af te ronden. Studeren wordt minder vrijblijvend. Een belangrijke maatregel die dit moet gaan bewerkstelligen is de langstudeerboete, die vanaf september 2012 ingaat. Studenten die een vertraging oplopen van meer dan één jaar in de bachelor of meer dan één jaar in de masterfase krijgen een boete van 3.000 euro per jaar, bovenop het reguliere collegegeld. Uitzonderingen zijn er wel voor studenten met een functiebeperking, studentenbestuurders worden vooralsnog niet ontzien. Ook deeltijdstudenten krijgen met de nieuwe regeling te maken. 

Hiernaast bestaat het plan om de studiefinanciering in de master vanaf september 2012 te vervangen door een sociaal leenstelsel. Dit betekent dat studenten voortaan een goedkope lening krijgen in plaats van een beurs. Je krijgt wel twintig jaar om je studieschuld terug te betalen in plaats van vijftien jaar.

Ook op de universiteit zijn er maatregelen genomen om studiesucces te vergroten. Het bindend studieadvies stelt dat je 40 studiepunten moet halen in je eerste jaar om door te kunnen met je studie. In het tweede jaar moet je vervolgens de propedeuse halen. Het studieplan moet er vanaf volgend collegejaar voor zorgen dat studenten vanaf hun tweede jaar beter gevolgd worden. Studenten maken afspraken over de te volgen vakken en te maken tentamens per semester. Gaat het niet goed, dan kan er zo ook sneller actie worden ondernomen.

Een tweede master of bachelor wordt duurder: studenten die verder willen studeren, gaan een prijs betalen die gelijk is aan het instellingscollegegeld. Dit kan oplopen tot wel twintigduizend euro. En staatssecretaris Zijlstra liet zijn plannen voor de toekomst zien in de onlangs gepubliceerde Strategische Agenda Hoger Onderwijs. De lat voor studenten moet omhoog: minder herkansingsmogelijkheden, meer contacturen en meer excellente studenten. Nominaal studeren moet regel zijn in plaats van uitzondering. DJZ