Achtergrond
Eindbazen neerleggen en monsters wegtikken
Ze besteden minstens twintig uur per week aan World of Warcraft of Zelda. Mare ging op bezoek bij de Leidse game-community. ‘Je wordt beoordeeld op hoe goed je bent, niet op hoe je eruit ziet of waar je vandaan komt.’
Petra Meijer
woensdag 30 januari 2013
© Marc de Haan

Wie: Pauline Hogendoorn (18)

Studeert: Geneeskunde

Speelt: Rockband, Zelda, Harvest Moon, Animal Crossing, Professor Layton, Ace Attorney, Pokémon

Per week: 10 uur, tijdens vakanties 4 uur per dag

‘Vroeger wilde ik altijd drummen, maar dat mocht niet van mijn ouders. Ze dachten dat het een bevlieging was en we hadden ook geen geluidsdichte kelder. Rockband is dus ideaal. Ik speel het sinds een jaar op de Wii. Het spel kost tachtig euro inclusief drumstel, een gitaar en een microfoon. Een stuk goedkoper dan een echt elektronisch drumstel. Die kosten al gauw 1200 euro. Thuis drum ik elke dag een uurtje, maar bij mijn spelletjesvereniging Duivelsei kan ik het de hele avond spelen. Het is belangrijk voor me om met andere mensen samen te gamen. In mijn eentje ga ik me snel vervelen.

‘Naast Rockband ben ik gek op Zelda, maar dat is wel gevaarlijker voor mijn studie. Het is als een goed boek, je wilt weten hoe het verder gaat. Toen de nieuwe Zelda vorig jaar uitkwam heb ik het weggelegd toen mijn eindexamens in zicht kwamen. Sindsdien heb ik het niet meer aangeraakt, want je wilt echt blijven doorgaan. Zodra ik weer met Zelda begin, game ik al snel vier uur per dag. Daarom wacht ik op een vakantie. Speedruns zijn ook verslavend: pro’s plaatsen dan hun beste of snelste rondjes op internet. Daar kan ik uren naar kijken.

‘Mijn dag is niet ingericht op gamen. Als ik een half uurtje geconcentreerd heb zitten studeren, mag ik van mezelf twee nummers drummen. Maar het is vaker zo dat ik na een drukke studiedag om half zes thuiskom en me dan zo een uurtje kan ontspannen. Natuurlijk zit ik wel eens met een groepje vrienden te gamen en is het ineens acht uur en zijn de winkels dicht, maar dat zijn uitzonderingen. Bovendien is het goed voor je Engels. Bij geneeskunde heb je maar weinig gamers, en ik merk wel wat verschil.

‘Ik ben een sociale gamer, houd er niet van om uren alleen te zitten. Zelda en Harvest Moon speel ik wel in mijn eentje, maar daar kan je gemakkelijk met anderen over praten, of we doen om de beurt een stukje. Ik houd ook niet van schietspelletjes. Bij Zelda vecht je weliswaar met een zwaard, maar je geeft drie tikjes op een schattig uitziend monster en hij verdwijnt spontaan.’

Wie: Ellery Oosterberg (28) en Lieke Vermeulen (19)

Studeren: Japan Studies

Hij speelt: World of Warcraft, Assassins Creed, God of War, Little Big Planet

Zij speelt: World of Warcraft, Zelda, Rhythm Paradise, Dance Dance Revolution, Professor Layton, Ace Attorney, Pokémon

Per week: Hij 25 uur, zij 28-36 uur

Ellery: ‘Ik begon acht jaar geleden met World of Warcraft, toen het net uitkwam. Ik ben een periode gestopt omdat het te verslavend was. Sinds 2,5 jaar ben ik weer begonnen, nu zit er een betere rem op. Toch blijf ik er nog wel gevoelig voor. Het strategiespel Starcraft laat ik om die reden nog even liggen. Daarin speel je missies die anderhalf uur duren. Voor je het weet ben je een paar missies verder. In World of Warcraft is er altijd een klok in beeld, dat is op zich wel fijn. Nu mijn characters level negentig zijn, begint het spel eigenlijk pas. Ik heb Lieke min of meer aangestoken. Ze speelt het sinds drie maanden, haar personages zijn nog maar op level 37. Daarom heb ik tegelijkertijd een nieuw character aangemaakt, zodat ik met haar mee kan spelen.’

Lieke: ‘Lief toch? We spelen op dezelfde server en kunnen elkaar daarom dingen sturen. En als ik een magiër ben die geen beschermende kleding kan dragen, dan is Ellery een paladin die mij kan beschermen. Soms vindt hij mij irritant. Ik speel World of Warcraft heel anders. Hij wil het liefst zo snel mogelijk levellen door monsters te verslaan in de dungeons. Het is een soort shortcut om snel een hoger level te halen. Ik vind dat niet zo boeiend, ik vind het leuker om het hele land te ontdekken en quests te spelen.’

Ellery: ‘Lieke wil ook alle poppetjes en professions uitproberen. Soms word ik daar gek van. Dan wil ik dat ze eerst gewoon verder gaat voordat ze weer een nieuw karakter aanmaakt.’

Lieke: ‘Ik heb een onwijs zwakke maag en houd niet van bloed en schieten. Sommige 16+-films kan ik al niet aan. Normaal speel ik veel schattigere spelletjes dan World of Warcraft. In Rhythm Paradise bijvoorbeeld moet je kleine spelletjes doen die op de maat muziekgeluiden produceren. In Japan is het heel bekend, maar dat soort bizarre dingen vind je hier niet zo veel. Ik lees een blad over Nintendo games om op de hoogte te blijven van onbekende games. En ik ben gek op Zelda. Dat zou Ellery ook eens moet proberen.’

Ellery: ‘Bij God of War hak je alles wat in de buurt komt aan gort, terwijl je in Assassins Creed meer rondsluipt, alsof het een interactieve film is. Maar ik speel ook Little Big Planet, een ouderwets platform spel. Naast het gamen ben ik ook gek op het verzamelen van allerlei bijzondere film- en game attributen: poppetjes, soundtracks in een speciale verpakking, en we hebben samen een flinke verzameling spelcomputers.’

Lieke: ‘Een gewone pc, een laptop, een PlayStation, een Wii, een Game Boy, Game Boy Advance, Game Boy Color, GameCube, Super Nintendo, een PlayStation 2… Ik heb thuis zestig Pokémonpoppetjes, Nintendofiguurtjes en de limited edition nepgouden controller van Zelda. Later wil ik bij Nintendo werken. Het is een van de redenen dat ik Japans ben gaan studeren.’

Ellery: ‘In Japan zijn alle games veel goedkoper. Deze zomer ben ik er heen gegaan met een koffer vol oude kleren. Die heb ik daar allemaal weggegooid zodat ik een koffer vol spelletjes mee kon terugnemen.’

Wie: Maikel Tönnissen (22)

Studeert: Asian Studies: Japans

Speelt: World of Warcraft

Per week: 20 uur

‘Op zesjarige leeftijd speelde ik Baldur’s Gate, Age of Empires en later ook Ragnarok op een private server. Toen die er mee stopte, was ik alles in één keer kwijt. Nu ik World of Warcraft speel, weet ik dat het niet van de één op andere dag ophoudt. Dat is fijn, want je investeert er toch veel tijd in.

‘Zo bezit ik zeventien karakters, waarvan vijf met level negentig, het hoogst haalbare level, en de rest met level 85. Ook heb ik inmiddels een speciale titel: The Insane. Het heeft me een jaar lang elke dag een aantal uur tijd gekost om die titel te krijgen. Daarnaast verzamel je allerlei bijzondere collectables: bijzondere pets en zeldzame mounts waarop je kunt vliegen. Als je een eindbaas verslaat, is er bijvoorbeeld een kans van 0.1 procent dat hij iets heel bijzonders laat vallen. Dat object wordt vervolgens onder de aanwezigen verloot. Door al die dingen is mijn account best wat geld waard. Ik heb hem dan ook goed beveiligd.

‘Andere gamers klagen soms dat je veel moet grinden om level negentig te halen voordat het spel echt begint. Ik vind dat wel meevallen. Zo deed ik er vroeger drie weken over om tot level twintig te komen, nu doe ik dat in een uur. Je wordt er handiger in. En dat is ook precies de bedoeling. Door te grinden leer je met je personage om te gaan. Elke 1.5 seconden kan je personage iets doen, dus je moet razendsnel kiezen uit dertig tot vijftig acties.

‘Binnen World of Warcraft maak ik onderdeel uit van een guild: met een vaste groep mensen probeer je een eindbaas te verslaan, dat heet een raid. We hebben raids op drie vaste avonden per week. Erg leuk, maar soms voelt het ook als werk. Je bent uiterst geconcentreerd en moet snel informatie verwerken. Zeker na een lange studiedag is het best vermoeiend. Om een eindbaas te kunnen verslaan moeten alle mensen uit de groep op het juiste moment de juiste combinatie van handelingen verrichten. Maakt één persoon een fout, dan gaat iedereen dood en moet je weer opnieuw beginnen.

‘Een paar mensen uit onze guild wonen in Limburg, waar ik zelf ook vandaan kom, en de rest woont in Stockholm. We zijn al een aantal keer bij elkaar op bezoek geweest. De mensen met wie ik game zijn ook buiten het spel vrienden van me.

‘Het is niet zo dat de raids voor alles gaan, maar ik houd er wel rekening mee als ik afspraken maak. Als je met tien mensen samen speelt, moet je er toch een zekere prioriteit aan toe kennen. Maar andere dingen – zoals mijn studie – gaan voor. Ik ben een goede planner. Als ik een hele dag niets te doen heb, kan ik gerust van 12 uur ’s middags tot drie of vier uur ’s nachts doorspelen. Maar tijdens de tentamenperiode speel ik gerust een week lang niet. In maart vertrek ik voor een jaar naar Japan. Daar heb ik – onder andere vanwege het tijdsverschil - mijn plek in het team voor moeten opgeven. Het is jammer, maar reality gaat natuurlijk voor.

World of Warcraft lijkt eeuwig door te gaan, omdat er steeds nieuwe uitbreidingen komen. Sommige mensen vinden het belachelijk dat je naast het aankoopbedrag van de games ook een maandelijkse bijdrage van tien euro moet betalen. Ik vind dat hypocriet: het is duurder om elke maand een nieuw X-box-spelletje te kopen - die spelletjes speel je uit en dan doe je er niets meer mee. Een tientje per maand voor iets wat je elke dag speelt, vind ik niet zo veel geld. Ik betaal vier keer zoveel voor mijn sportschool. Daar hoor je niemand over.’

Wie: Tijmen Troost (26)

Studeert: Psychologie

Speelt: Guild Wars 1 &2, Skyrim, Civilization, Mass Effect

Per week: 20 uur

‘Mijn lievelingsspel is Guild Wars 2. Het is een soort World of Warcraft, maar dan gratis. Je hoeft er ook minder te grinden, daar heb ik echt een hekel aan. Grinden houdt in dat je heel vaak dezelfde kleine handelingen moet verrichten om verder in het spel te komen. Omdat die handelingen elke keer een kleine virtuele beloning opleveren blijven veel gamers ze maar uitvoeren. Als psycholoog vind ik dat interessant. Tegenwoordig bevat elk spelletje achievements. Daardoor zijn we soms wel bereid om twintig uur lang iets heel saais te doen. Het is volstrekt irrationeel.

‘Op de middelbare school heb ik een periode lang intensief gegamed. Dan kwam ik aan zo’n zeventig uur per week. Nu heb ik een interessante studie, een relatie en een leuke vereniging: games moeten mijn aandacht dus echt verdienen.

‘Het narratieve aspect is erg belangrijk. Als de gameplay te repetitief wordt, vind ik het al snel saai. Misschien is dat ook een goede bescherming tegen verslaving. Een zekere mate van zelfreflectie is voor alle gamers belangrijk. Je moet je afvragen: vind ik het echt leuk, of gaat het me alleen om het behalen van het volgende doel?

‘De stereotype gamers zijn jonge, technisch onderlegde mannen die niet zo sociaal bekwaam zijn. We zien meteen een pukkelige nerd voor ons, een social outcast. Dat beeld is inmiddels echt achterhaald. De groep is groot en divers, voor iedereen bestaat wel een geschikt spel. Binnen bepaalde subcategorieën zullen de vooroordelen misschien wel meer opgaan.

‘Veel mensen onderschatten de sociale aspecten. Sommige gamers vinden online echt een community waarbinnen ze iets betekenen. Ze worden er beoordeeld op hoe goed ze zijn, niet op hoe ze eruit zien of waar ze vandaan komen. Zelf vind ik het leuk om LAN parties te organiseren. Als je met elkaar in een ruimte zit te gamen geeft dat toch een extra dimensie. Je kent de mensen die je in het spel tegenkomt en kunt gewoon wat naar elkaar schreeuwen. Maar naast de LAN parties speel ik liever in mijn eentje, een guild of clan is niet echt wat voor mij. Het kost uren aan tijd en moeite om een goed teamlid te worden. Ik hoef niet de beste te zijn, ik wil gewoon relaxen.’