Achtergrond
Alleen maar rotte appels
In september 2011 kreeg de Nederlandse wetenschap drie opdoffers na elkaar. De stelselmatige verzinsels van Diederik Stapel, het gerommel van de Rotterdamse internist Don Poldermans en fraude in een pijnonderzoek van het UMC in Nijmegen. Wetenschappers bleken geen steriele waarheidsvinders te zijn, maar gewone mensen, en net als bij gewone mensen zaten er een paar behoorlijk rotte appels tussen. In hun pogingen om het nieuws te duiden grepen de media – Mare incluis – massaal terug op het enige standaardwerk dat in Nederland ooit geschreven is over bedrog in de wetenschap: Valse vooruitgang van Frank van Kolfschooten. Dat was toen al jaren oud: de eerste versie stamde uit 1993, de laatste update uit 1996. Het werd tijd voor een opvolger, en die is er nu: Ontspoorde wetenschap.
Bart Braun
woensdag 31 oktober 2012
© Michiel Walrave

Dat boek herhaalt een aantal affaires uit zijn voorganger, zoals het plagiaat van de voormalig Leidse hoogleraar René Diekstra, en het gerommel van de Utrechtse chemica Hanni Erxleben die bepaalde stofjes in tumorcellen vond, omdat ze die er zelf in had gestopt. Hij deed wat wetenschapshistorische uitstapjes, waaruit bijvoorbeeld bleek dat de vijftiende-eeuwse humanist Erasmus delen van zijn Adagia had overgeschreven zonder bronvermelding, en vermoedelijk ook een geschrift had vervalst. Anatoom Niels Stensen (Steno) kreeg het tijdens zijn Leidse promotie aan de stok met de Amsterdamse hoogleraar Gerrit Blasius. Stensen had een buisje (de ductus stenoianus) ontdekt; maar Blasius stelde dat de jonge onderzoeker het idee van hem had gestolen, in plaats van andersom. Blasius stond voor aap, maar ondervond verder geen nadelige gevolgen van zijn plagiaat.

Maar het belangrijkste onderdeel van Ontspoorde wetenschap is natuurlijk de opsomming van bedrog in de wetenschap sinds 1996. Stapel en Poldermans staan erin, en een onderzoek van het Leids Universitair Medisch Centrum uit 2006 dat zonder toestemming van de medisch-ethische commissie was uitgevoerd. Diverse Nederlandse wetenschappers kwamen hun eigen werk tegen onder een andere naam – met name in Azië wordt wetenschap nog wel eens met de Ctrl-V sneltoets bedreven, zo lijkt het.

De grote primeur voor Van Kolfschooten is zijn hoofdstuk over voormalig VU-hoogleraar Mart Bax. Antropoloog Bax publiceerde jarenlang over een bedevaartsoord in Brabant dat, voor zover valt na te gaan, nooit bestaan heeft. Inmiddels is de Vrije Universiteit een onderzoek naar haar emeritus begonnen.

Alles bij elkaar stuitte de journalist op 35 nieuwe zaken van wetenschapsfraude sinds 2005, waarvan er 33 plaatsvonden aan universiteiten. En zelfs dat is nog niet alles, schrijft hij: 'Een hoogleraar meldde mij dat hij na zijn pensionering wel een verhaal aan mij kwijt wilde, maar dat nu niet durfde omdat het nogal eens slecht afloopt met klokkenluiders. Ook heb ik op de valreep een plagiaatzaak geschrapt omdat de emoties bij de betrokken onderzoekster te hoog opliepen.'

Toen Van Kolfschooten in 1993 voor het eerst op onderzoek ging, reageerde de Nederlandse wetenschap vijandig. Beter kon hij zich gaan verdiepen in fraude en bedrog in de journalistiek, schreven benaderde bestuurders en hoogleraren hem. Die korzeligheid was verdwenen na 2011; de aangeschrevenen beseften prima dat niet alles koek en ei was in wetenschapsland. 'Veel wetenschappers juichten het toe dat een buitenstaander zoals ik diepgravend onderzoek ging doen.' Wat er niet veranderd was: de doofpotcultuur.

Diverse bestuurders waarschuwden de wetenschappers in hun instituut om vooral geen (direct) contact op te nemen met Van Kolfschooten, persvoorlichters weigerden onder het mom van 'privacy' ook maar de meest basale medewerking, en de Universiteit Tilburg loog gewoon toen ze gevraagd werd naar een plagiaatklacht. Vijf universiteiten kwamen pas met data over de brug nadat Van Kolfschooten het journalistieke breekijzer van de Wet Openbaarheid Bestuur ter hand nam.

Die doofpot, gecombineerd met het feit dat je blijkbaar decennialang weg kan komen met bedrog, zorgt ervoor dat nog steeds onduidelijk is hoeveel wangedrag er nou eigenlijk plaatsvindt. De commissie-Schuyt, die namens de KNAW onderzoek deed naar integriteitsschendingen, kwam vorige maand met dezelfde conclusie. Van Kolfschooten: 'De vraag of het gaat om wat rotte appels in de mand, of om het topje van de ijsberg, kan ik in 2012 nog steeds niet beantwoorden.' Observaties uit het buitenland doen hem vermoeden dat het eerder om het laatste gaat.

Ontspoorde wetenschap somt niet alleen de misstanden op, maar gaat ook dieper in op de oorzaken ervan. Hoewel bedrog van alle tijden is, zien veel van de wetenschappers die Van Kolfschooten sprak de recente fraudegevallen als symptomen van een ziek systeem. Publicatiedruk, impact factors, het idee dat de wetenschap producten (artikelen, patenten) op moet leveren in plaats van problemen op te lossen. Hij citeert de UvA-antropologe Annemarie Mol: 'De grootste "fraude" is in zekere zin het feit dat de hiërarchie tussen wetenschappers op dit moment gekoppeld wordt aan accountancy-systemen. Het risico van het verzamelen van casussen waarin de regels worden overtreden, is dat de regels zo in orde lijken.'

Frank van Kolfschooten, Ontspoorde wetenschap – over fraude, plagiaat en academische mores. De Kring, € 19,95