Columns & opinie
527: Blije bejaarden
Psychiater-in-opleiding Nathaly Rius-Oppenheim promoveerde donderdag op het verband tussen optimisme en ouderdom.
woensdag 12 september 2012

Optimistische mensen leven langer, begrijp ik?

‘Ja, dat klopt. Dat bleek al uit eerdere studies, en nu blijkt uit ons onderzoek dat ook ouders van optimistische kinderen langer leven.’

Hoe komt dat dan?

‘Vermoedelijk is het deels biologisch, en komt het doordat optimistische mensen anders reageren op stress. Maar dat is iets dat nog verder onderzocht moet worden.’

Kan het niet gewoon zijn dat mensen die niet ziek worden, daardoor positiever naar het leven blijven kijken?

‘Vrijgewaard blijven van kwaaltjes kan je optimisme iets verhogen, maar wij zien dat zelfs als optimisten geconfronteerd worden met chronische ziektes of het verlies van een partner, ze daar anders op reageren dan minder optimistische mensen. Ze voelen zich minder eenzaam, ze volgen het advies van de dokter beter op, enzovoort.’

Dat suggereert dat optimisme deels erfelijk bepaald is.

 ‘Dat is ook zo; al denk ik niet dat het maar om één enkel optimisme-gen gaat. Het is een complex verschijnsel, waarbij meerdere genen betrokken zijn.’

Misschien gaan optimisme-genen hand in hand met ouderdomsgenen?

‘Dat suggeren we ook in onze artikelen. Maar dat is zeker niet het enige; het lijkt erop dat optimisme voor ongeveer vijfentwintig tot vijftig procent bepaald wordt door de genen. De rest is omgeving.’

Dus ik kan dingen doen om optimistischer - en daarmee misschien ook ouder - te worden?

‘Dat is nog maar de vraag. Wetenschappers zien positieve effecten van zogeheten cognitieve interventies. Daarmee vragen we mensen bijvoorbeeld om een positieve verbeelding van de toekomst te hebben, en na te denken over hoe ze die gaan behalen. Niet denken: “Wat heb ik verkeerd gedaan?!”, maar over wat je wilt behalen, en hoe.’

Maar…?

‘De meeste van die onderzoeken hebben een korte looptijd. Ze stellen bijvoorbeeld vast dat mensen een paar weken later nog optimistischer zijn. Maar hoe lang die effecten blijven bestaan, is onduidelijk.’

Veel oude mensen worden steeds eenzamer. Dat komt je optimisme vast niet ten goede.

‘Ook daar speelt optimisme een rol. Als je actie onderneemt om niet geïsoleerd te raken, en nieuwe contacten te leggen omdat je gelooft dat het allemaal goed komt, bijvoorbeeld. Mensen die dat doen, hebben minder de perceptie dat ze eenzaam zijn.’

Dus als je vaker bij je oma op bezoek gaat, is ze minder eenzaam en leeft ze langer?

‘Dat is een beetje kort door de bocht, want optimisme en eenzaamheid zijn niet de enige factoren die bepalen hoe oud iemand wordt. Het zou interessant zijn om te onderzoeken of interventies die mensen minder eenzaam maken, het risico op bijvoorbeeld hart- en vaatziekten verkleinen.’ BB