Achtergrond
'Ik was een Fremdk
Eduard Klasen vertrekt als decaan bij het Leidse Universitair Medisch Centrum. ‘De relatie met de universiteit is minder stroef dan toen ik binnenkwam.’
Bart Braun
woensdag 6 juni 2012
Eduard Klasen tijdens zijn afscheid. © Marc de Haan

‘Ik heb me tien jaar lang kostelijk geamuseerd hier’, blikt prof. dr. Eduard Klasen terug. Het is zijn allerlaatste werkdag als decaan bij het Leids Universitair Medisch Centrum. Zijn officiële afscheid is al geweest; hij werd er geridderd tot Officier in de Orde van Oranje Nassau. Helemaal weg gaat hij niet: hij blijft zich bijvoorbeeld bemoeien met de samenwerking met Delft en Rotterdam in het consortium Medical Delta. ‘Maar de uren die ik nu maak, ga ik niet meer draaien.’

Decaan worden van een geneeskundefaculteit is sowieso al een prestatie, maar bij Klasen is het extra opmerkelijk omdat hij geen geneeskundige is. De chemicus promoveerde bij de afdeling Humane Genetica van wat toen nog het AZL heette, de voorloper van het LUMC. ‘Daar leerde ik al vroeg samenwerken met artsen. Als niet-dokter moet je een tandje hoger. Soms ligt dat aan ego’s, soms aan de afstand tussen lab- en klinisch werk. Als je echter respect hebt voor wat iemand kan en doet, krijg je het ook terug.

‘Als decaan was ik sowieso een beetje een Fremdkörper; ik heb dat ook op mijn eigen manier ingevuld. Door goed te luisteren naar de mensen binnen de organisatie: eerst kijken hoe het loopt, en dan de discussie aangaan. De keuzes die je maakt, moeten ook gedragen worden. Op die manier heb ik onder meer een rol gespeeld bij het excellente-studentenprogramma met promotiemogelijkheid. We hebben een Good Research Practice-traject opgezet. De relatie met de universiteit is minder stroef dan toen ik binnenkwam. Voor je het weet ben je twee losse organisaties. Dat kan niet, want je bent volstrekt afhankelijk van elkaar.’

Klasen neemt afscheid op een moment dat de Nederlandse UMC’s voor grote uitdagingen staan. Studenten moeten decentraal worden geselecteerd – al weet nog niemand waarop precies. De zorg zal in de toekomst met minder geld toe moeten, en dat heeft weer zijn weerslag op het onderwijs. Vertrekt hij nu het nog leuk is? “Het is leuk en het blijft leuk, maar feit is dat we binnen de Raad van Bestuur van het LUMC heel dicht op elkaar zitten, qua leeftijd. Voor de continuïteit is het beter als we niet allemaal tegelijk vertrekken.

‘Maar inderdaad, de overheid kijkt kritisch naar de UMC’s, omdat ze denken dat we nogal ruim in ons jasje zitten. Die discussie voeren we nu. Ik denk dat onderschat wordt hoe moeilijk de combinatie van zorg, onderwijs en onderzoek is, en hoe goed we presteren. In het buitenland is men maar wat jaloers op zo’n geïntegreerd systeem. Ik maak me wel zorgen om wat er gebeuren gaat, zeker als je kijkt naar de grote aantallen studenten. De keuzes worden wel ingewikkeld, zeker als je ook de concurrentie met andere ziekenhuizen aan moet. Het LUMC wil met onze partners in de omgeving – die ook onze studenten en artsen opleiden – het zo organiseren dat we niet in een inefficiënte competitie verzeild raken.’