Achtergrond
Regels bedenk je zelf
Tot voor kort was hij blut, maar inmiddels gaan de zaken goed. Student media & technology Lieven van Velthoven reist met zijn games de wereld over. ‘Het liefst zit ik achter een computer te kloten.’
Vincent Bongers
woensdag 28 maart 2012
Lieven van Velthoven: ‘Hier doe je het voor.’ © Bas de Meijer

‘Ik wil schieten, want dat is leuk’, zegt Zita (5) en ze grijpt de controller. Ze scheurt met haar rode virtuele auto langs een familieverpakking schuursponzen, een haarband met konijnenoren en een vliegenmepper op de grond. Dan vuurt ze met de koplampen op drie tegenstanders. Haar moeder, Marcella van Bokhoven (42), moet racen om te ontsnappen aan de salvo’s. ‘We zijn al een paar keer eerder geweest. Het is echt een leuk spel. De wat oudere kinderen blazen je je helemaal weg, die hebben natuurlijk veel game ervaring.’

Het spel, Room Racers, waar moeder en dochter elkaar naar het leven staan, is bedacht door Lieven van Velthoven (1984), student media & technology in Leiden. Hij won er al een Cinekid Award mee en het was Best Student Game op de Dutch Game Awards 2011. Momenteel staat het spel op het Utrechtse theaterfestival Tweetakt, tot en met 1 april.

Tevreden kijkt Van Velthoven toe hoe de bezoekers zich ermee uitleven. ‘Ik woonde in een appartement met een vriend van mij. We hadden een grote witte koffietafel met aan beide kanten een bank: een ideale plek om te gamen. Toen bedacht ik dat we de tafel net zo goed konden gebruiken voor een spel, inclusief alle troep die erop stond. Toen ontstond het idee van een racebaan rond bordjes, kopjes en biertjes.’

Hoe werkt het? ‘Een infraroodcamera registreert alle objecten, de computer verwerkt die informatie en het spel wordt geprojecteerd op de vloer. Door te schuiven met de spullen, kun je de racebaan aanpassen. Je kunt voor een schiet- of racemodus kiezen.’

Vooral het anarchistische element spreekt de spelers aan. ‘Er zijn wat basisdingen, maar eigenlijk maak je je eigen spelregels’, zegt Tjeerd Ytsma (28) na een stevig potje racen en schieten.

Personen die geen controller hebben, kunnen ook mee doen door met de huishoudartikelen de auto’s te vangen en de spelers zo het leven zuur maken. Al snel zijn een ijskrabber en een vliegenmepper de grootst vijanden van de bestuurders. Ook een tactisch geplaatste voet kan het spel een andere wending geven.

‘Laat me los!” roept een van de geblokkeerde kinderen met controller, en al snel duikt een aantal kleuters op het spel. Van Velthoven vindt het prachtig. ‘Hier doe je het toch voor.’

Room Racers is maar een van zijn vele spellen. Zo bedacht hij ook Smoke Pong, een nachtmerrie voor de anti-rokersclub STIVORO. De basis is simpel. Pong is een van de eerste computerspelletjes ooit, waarbij twee spelers met een beweegbaar blok een balletje overtikken. Het is tennis tot zijn essentie teruggebracht.

De truc van roker Van Velthoven: spelers manoeuvreren de vierkantjes met een brandende sigaret. ‘Rookruimtes zijn kut. Het geeft je nu wat leuks om te doen. Je kunt het ook alleen spelen als je rookt, dat vind ik dan ook weer grappig. Ik raakte wel compleet doorgerookt toen ik het spel ontwikkelde.’

Ook houdt hij zich bezig met visuals. Hij bedacht Virtual Growth. ‘Het is wat betreft techniek een zusje van Room Racers. Een infraroodcamera registreert structuren en de pc maakt er een kaart van. Die wordt precies terug geprojecteerd naar waar de informatie vandaan kwam.’ Zo worden bijvoorbeeld de contouren van mensen, buizen en kabels in een club verlicht. Dat geeft een apart effect dat liefhebbers van de film Tron bekend zal voorkomen. De structuren breiden zich steeds verder uit. Het licht lijkt een groeiend, levend organisme.

De zaken gaan goed, zegt Van Velthoven. Room Racers staat bijvoorbeeld in een museum in Oostenrijk. Volgende week vertrek hij naar Toronto voor een demonstratie. Ook commerciële partijen zijn geïnteresseerd. ‘Het begint nu een beetje te lopen en ik kan er van leven. Vorig jaar was ik nog helemaal blut. Ik heb heel veel dingen voor weinig geld of gratis gedaan. Je moet eerst veel aandacht genereren. Ik ben nu zzp’er, maar ik hou helemaal niet van al dat geregel. Het liefst zit ik achter een computer te kloten. Microsoft en Nintendo mogen best bellen.’

Afstuderen moet tussen de bedrijven door. ‘Er zijn nog wat dingen niet helemaal klaar, nog wat papers te tikken. Ik moet de nu de discipline opbrengen om het af te maken. Ik ben echt van plan om op de hotelkamer in Toronto te gaan schrijven.’