Columns & opinie
527: 'Jij zult branden'
Moslims moeten kritisch naar zichzelf durven kijken, betoogde Nauman Pervez Janjua, student politieke wetenschappen, in de Volkskrant. Zijn opiniestuk leverde hem de nodige dreigmails op.
woensdag 28 maart 2012

Jonge moslims radicaliseren, schrijf je. Hoe merk je dat?

‘Recentelijk nodigde de Islamitische Vereniging Amsterdam shariageleerde sjeik Haitham al-Haddad uit, een bijzonder radicale denker (hij is ondermeer voorstander van steniging als straf voor overspel, red.). Daarvoor was ik nooit zo met dit onderwerp bezig.’

Er is toch niets tegen op een debat met afwijkende stemmen?

‘Klopt, maar er was geen mogelijkheid om in gesprek te gaan met de leden van die studentenvereniging. Ik had ze mijn stuk gestuurd waarin ik oproep tot zelfreflectie met name over het antisemitisme en de positie van homoseksuelen binnen de islam. En dat gelovigen niet slaafs sjeiks en imams moeten volgen maar zelf dienen na te denken en de Koran lezen.

‘Maar hun reactie was dat ze me van hun Facebook-pagina hebben gegooid. Na publicatie heb ik heel wat onaangename mails mogen ontvangen. Beledigingen, bedreigingen. Dat ik zal branden in de hel zoals Marcouch want die komt ook op voor homo’s. Of dat ik wel zelf homo zal zijn omdat ik opkom voor de erkenning ervan. Dat ben ik niet. Maar er zijn genoeg moslims die homo zijn. Net zoals er genoeg Turkse of Marokkaanse jongeren zijn die een homo als vriend hebben.’

Hoe verklaar je die houding?

‘Na 9/11 voelt deze gemeenschap zich heel erg met een bepaalde lens bekeken. Jonge moslims zoeken naar een balans tussen hun identiteit, hun religie en het leven in Nederland. Tijdens die zoektocht treedt er ook radicalisatie op. Vaak dus door het blindelings volgen van sjeiks die doen alsof ze de waarheid in pacht hebben. Maar als je het zelf gaat uitzoeken zul je zien dat er over zweepslagen en stenigingen niets in de koran terug te vinden is.’

Denk je dat die zelfkritiek er zal komen?

‘Ik had veel hoop daarop toen ik aan het stuk begon. Maar nu ik de reacties binnen de gemeenschap zie – en de hoeveelheid ervan -, twijfel ik soms. Al waren er ook steunbetuigingen. En ook terechte kritiek. Zo heb ik te veralgemenend geschreven over “de moslims”.’

Je stond al op je negentiende op de kieslijst om gemeenteraadslid te worden voor de PvdA. Nog ambities in die richting?

‘Wie weet. Marcouch mailde me in ieder geval al een steunbetuiging naar aanleiding van mijn stuk.’ TB