Studentenleven
Niet weer achter de dikke deur
Eerst pakte hij als agent criminelen op. Nu helpt psychologiestudent Jeroen Brinkhuis bij hun terugkeer in de maatschappij. ‘Je staat op straat, met een zak kleding. Succes ermee.’
Dirk-Jan Zom
woensdag 25 januari 2012
© Marc de Haan

Eerst pakte hij als agent criminelen op. Nu helpt psychologiestudent Jeroen Brinkhuis bij hun terugkeer in de maatschappij. ‘Je staat op straat, met een zak kleding. Succes ermee.’

Door Dirk-Jan Zom Hij was voorstander van hard straffen. Maar als politieagent op straat in Utrecht zag hij ook de andere kant van het verhaal. ‘Je komt echt schrijnende situaties tegen. Huiselijk geweld, verslaafde ouders, vaders die erop los slaan.’ Hij wil misdrijven niet goedpraten: er moet een straf op staan. ‘Maar je ziet dat er een verhaal achter zit. Je moet voorkomen dat ze de volgende keer weer een pompstation overvallen.’

Jeroen Brinkhuis (31) werkte van 1999 tot 2002 als agent, maar ging daarna psychologie studeren. Sinds deze maand is hij voorzitter van Exodus Leiden, een stichting die ex-gedetineerden helpt om terug te keren in de maatschappij. ‘Ik heb de behoefte aan hulp gezien onder ex-gedetineerden die een koersverandering in hun leven willen. Het is fantastisch als ze een helpende hand toegestoken krijgen.’

Want als de straf erop zit breekt een moeilijke tijd aan, zegt Brinkhuis. ‘Je staat op straat, met een zak kleding. Succes ermee. Je hebt geen werk, geen huis, geen netwerk om op terug te vallen.’

Stichting Exodus heeft huizen in elf Nederlandse steden waar ex-gedetineerden wonen en worden begeleid. Ze verblijven er zes tot acht maanden. In Leiden wonen dertien ex-gevangenen in een monumentaal pand aan de Plantage, en vier in het doorstroomhuis aan de Uiterstegracht. Exodus helpt ze bij het zoeken van een woning en werk, het halen van een diploma en het opnieuw contact leggen met partners of familieleden.

Brinkhuis: ‘Ze hebben hun straf erop zitten en moeten weer normaal op pad kunnen. Ze hebben vaak schulden. Werken hebben ze afgeleerd in de gevangenis. Als je hen zo buiten zet, weet je zeker dat ze binnen no time weer achter de dikke deur zitten.’

Van half acht ’s ochtends tot twee uur ’s middags gaan ze aan de slag in een werktraject, bijvoorbeeld de plantsoenendienst, reiniging of bouw. Hiernaast krijgen ze persoonlijke begeleiding, sociale vaardigheidstraining, budgetteringstraining en soms schuldhulpverlening. Omdat Exodus een christelijke stichting is, krijgen ze ook zingeving. ‘Iemand kan zich – ook met een baan en een woning – nog steeds nutteloos voelen. We kijken wat ze nu echt zinvol vinden in het leven en leren ze vaker aan een ander te denken.’ Oefeningen kunnen heel laagdrempelig zijn. ‘Bijvoorbeeld Sinterklaasgedichtjes schrijven voor elkaar. Dat klinkt stom, maar door hun thuissituatie zijn veel bewoners dat al niet gewend.’

Wie bij blaas- en urinetests betrapt wordt op drank- of drugsgebruik krijgt een officiële waarschuwing. Bij een tweede overtreding moet de bewoner vertrekken. Uiteindelijk weet slechts een derde het programma te voltooien. Is dat niet weinig? ‘Je moet ergens een grens trekken. Als je niet serieus bent, houd je alleen maar een kamer bezet voor iemand die wel gemotiveerd is. Het gaat om mensenlevens. En als je een derde van de mensen weer op de been kan krijgt, is dat fantastisch. Ook al zou het maar met één iemand lukken, dan is dat al mooi.’