Achtergrond
'Is zo'n boek wel goed?'
Drie jaar geleden verdween de tante van Marcella Veldthuis. De studente Nederlands schreef er een boek over, Boven water. ‘Het beheerst alles.’
Dirk-Jan Zom
woensdag 7 december 2011

 ‘Ik heb altijd al willen schrijven’, zegt Marcella Veldthuis (22). Als middelbare scholier schreef ze daarom al een column in het Dagblad van het Noorden. Over haar eindexamens, zo was de bedoeling. Maar dan verdwijnt in de nacht van 5 januari 2008 plotseling haar tante Gretha Veldthuis, nadat ze door een taxi voor haar eigen huis in het Groningse dorpje Zuidbroek is afgezet. Ze is haar sleutels vergeten, blijkt later.

Met de zoektocht start ook een lange periode van grote onzekerheid voor de familie. ‘Het beheerst alles wat je doet. Je voelt een constante drang om op internet te kijken of er nog nieuws is, of er een nieuwe getuige is’, vertelt Veldthuis. Ze begint in haar columns te schrijven over de zaak. Als ze in april 2010 stopt, bundelt ze haar columns en stuurt ze naar verschillende uitgevers. Uiteindelijk reageert De Arbeiderspers.

Toen ontstond pas het idee om een boek over de zaak te schrijven, vertelt Veldthuis. ‘Het heeft ook wel een paar weken gekost om aan het idee te wennen, voor mijn familie ook.’ Vragen spelen door haar hoofd: ‘Is het wel goed als hierover een boek komt? Is het wel eerlijk ten opzichte van mijn familie, die heeft er niet om gevraagd. Is het wel eerlijk ten opzichte van de nagedachtenis van tante Gretha? Maar mijn vader zei: “Het is heel vervelend wat er is gebeurd, maar als dit het begin kan betekenen van een literaire carrière, dan komt er tenminste nog iets goeds uit voort.”’

Veldthuis: ‘Het is heel dubbel. Het is niet alleen een nare gebeurtenis. Het is ook een verhaal dat in het dorp leeft. En volgens mij zijn er niet veel leesbare boeken geschreven over mensen die vermist worden, vanuit het perspectief van een betrokkene.’

‘De wetenschap dat er hoe dan ook iets ergs gebeurd is, is afschuwelijk, omdat we afgezien daarvan nergens zeker van kunnen zijn’, zo beschrijft Veldthuis de voortdurende onzekerheid in het boek. Klasgenoten en vriendinnen proberen haar op te beuren, met wisselend succes. Ze is vaak afwezig op school. Op inter-viewverzoeken van journalisten gaat de familie niet in. Veldthuis volgt de berichtgeving wel en maakt zich soms boos op online reacties op artikelen: ‘Dan stond er: “Waar maken mensen zich druk om? Die is gewoon met een scharreltje mee gegaan.” Dat vind ik buitengewoon grof. Ik zou dat zelf nooit doen. Juist omdat je weet dat betrokkenen het kunnen lezen’, zegt ze.

Het lichaam van haar tante werd een maand na de vermissing teruggevonden in het Winschoterdiep, het kanaal dat door Zuidbroek loopt. Veldthuis: ‘Dat was best erg: we waren bijna opgelucht. Ook al was ze overleden, het was fijn dat aan die onzekerheid een einde was gekomen.’ Naar de doodsoorzaak blijft het gissen.

Uiteindelijk heeft het schrijven goed gewerkt in de verwerking, zegt ze: ‘Het is een verschrikkelijk cliché, maar het heeft geholpen. Ik heb het nu benaderd als een verhaal, in plaats van wat er precies gebeurd is. Het is overzichtelijker geworden, en gemakkelijker om over te praten.’

Boven water, Marcella Veldthuis,

De Arbeiderspers, 182 pgs ,

€ 17,95