Columns & opinie
Column: Waarom niet gewoon toegeven?
Slavernij staat weer volop in de belangstelling, aldus Mare vorige week. Drie Leidse wetenschappers kwamen aan het woord om hun licht te schijnen op het slavernijverleden.
Rivke Jaffe
woensdag 5 oktober 2011

Volgens de hoogleraren Piet Emmer en Gert Oostindie is de ophef rond de Gouden Koets misplaatst, want toen de Gouden Koets in 1898 werd geproduceerd was de slavernij al afgeschaft. Dat klopt, 1898 is 35 jaar na de afschaffing van de slavernij in de Nederlandse Caraïben in 1863; in Nederlands Indië werd de slavernij in 1859 afgeschaft. De halfontblote zwarte mannen en vrouwen die op het zijpaneel “Hulde der Koloniën” staan geschilderd zijn dus geen slaven. Maar als de gepensioneerde professor Emmer stelt dat de Gouden Koets en slavernij niets met elkaar te maken hebben, is dat ook onzin. De Surinamers of Curaçaoenaars die eind 19e eeuw op dat paneel werden afgebeeld, waren hoogstwaarschijnlijk zelf als slaaf geboren. Of anders waren hun ouders dat wel.

Emmer staat bekend om zijn voorliefde voor provocerende opmerkingen. Hij roept al jaren in verschillende media dat de Nederlandse slaven het helemaal niet zo erg hadden, ze hadden immers genoeg te eten en bovendien waren ze veel geld waard dus de slaveneigenaren moesten ze wel goed verzorgen. Ik vind het zelf nogal bizar om te impliceren dat het niet erg is om een mens als een verhandelbaar product te behandelen, als je hem of haar maar genoeg eten geeft. Als ze het zo goed hadden, waarom wilden ze dan toch vrij zijn? Ah, volgens Emmer werkten de slaven zelf mee aan hun eigen onderdrukking. Lomp, maar we zijn niet echt anders van hem gewend.

Jammer is dat de uitspraken van Gert Oostindie en Lotte Pelckmans ook een soort goedprating van het Nederlands slavernijverleden suggereren. Alsof dit Nederlandse verleden minder erg is omdat er ook zwarte slaveneigenaren waren, of omdat men in Afrikaanse landen nog minder praat over hun eigen rol in de slavenhandel. Misschien dat je, als je jarenlang onderzoek doet naar dit onderwerp, de behoefte voelt om het te relativeren. Of misschien zijn hun antwoorden in een andere context geplaatst door de journalist – ik snap ook niet helemaal waarom die het nodig vond om te vragen naar de positieve kanten van de slavernij. Ook onder de nazi’s werden er prachtige wegen gebouwd, en bloeide de chemische industrie op. Dus?

Waarom willen we als Nederlanders zo graag de lelijke kanten van ons koloniale verleden verzwijgen, ontkennen of bagatelliseren? Het was heus niet zo erg als men zegt! Of als het wel erg was, moet je weten dat andere landen ook erg waren, waarschijnlijk nog erger! En de slachtoffers waren soms ook daders! Waarom kunnen we niet gewoon toegeven dat het wél erg was, dat de erfenis van dat koloniale verleden in de 21e eeuw nog steeds doorspeelt, en daar wat aan proberen te doen?

Omgaan met ons slavernij- en koloniale verleden houdt ook in dat je erkent dat dat verleden de bron is van veel stereotypen, vooroordelen en vormen van discriminatie die nog steeds leven. Op straat, in de media, ook op de universiteit. In het politieke klimaat van 2011 is dit geen populaire boodschap, maar is daar niet juist een rol weggelegd voor kritische, onafhankelijke wetenschappers?

Rivke Jaffe

Universitair docent culturele antropologie