Achtergrond
De wethouder en de woningnood
Er komen steeds meer studenten en het wordt steeds moeilijker om te bouwen. Ziehier de spagaat van de Leidse kamermarkt. Wethouder Ruimtelijke Ordening Pieter van Woensel: ‘Het lukt wel, maar je moet een lange adem hebben.’
Dirk-Jan Zom
woensdag 21 september 2011
‘Ik sjor er aan en dat leidt uiteindelijk tot een paar duizend kamers erbij.’ © Taco van der Eb

De kamernood onder studenten groeit. Kences, het samenwerkingsverband van studentenhuisvesters, sloeg eind augustus alarm. Volgens de koepel bedraagt de gemiddelde wachttijd voor een kamer in Leiden inmiddels 18 maanden. De Landelijke Studentenvakbond kwam met een eigen onderzoek. Conclusie: zo’n 30.000 studenten in Nederland wonen noodgedwongen bij hun ouders. In Utrecht en Leiden zou de kamernood het hardst zijn gegroeid: in Leiden van 2.000 naar 4.150.

Dat laatste is het getal dat de gemeente hanteert, zegt wethouder van Ruimtelijke Ordening Pieter van Woensel (VVD). Over de 18 maanden wachttijd zegt hij: ‘Ik spreek redelijk veel eerstejaars op de verenigingen en de meesten hebben al een kamer. Hbo-studenten komen vaker uit de buurt en gaan later pas op kamers. Ik spreek maar weinig eerstejaars die al anderhalf jaar lang een heel eind heen en weer moeten treinen.’

Op een studentenvereniging vorm je snel een netwerk. Maar hoe zit het met de eerstejaars daarbuiten?

‘Als je van ver komt krijg je een voorrangsregeling bij de SLS, dat is gunstig. Dus op een gegeven moment vindt iedereen wel een kamer. Misschien niet de ideale, misschien dat ze buiten de stad moeten wonen, dat kan. Maar het liefste heb ik die 4.150 studenten natuurlijk hier in de stad.’

Heeft u wel het idee dat het tekort in Leiden sterk is toegenomen?

‘Het wordt wel steeds moeilijker, dat is wat ik wel verneem van de verenigingen. Die spelen ook een belangrijke rol in de huisvesting. Ik merk dat men daar ook wel dringend op zoek is naar huizen. Bij Minerva zeiden ze laatst nog wel voor negentig kamers huizen nodig te hebben.’

Wat veroorzaakt het grote kamertekort?

‘Elke stad heeft zo haar eigen oorzaken, maar er zijn twee dingen waar we allemaal mee kampen. Allereerst komen er steeds meer studenten. Tegelijkertijd zie je dat het moeilijk is om te bouwen. Studentenhuisvesting is niet aantrekkelijk voor pandjesbazen of ontwikkelaars en we hebben last van bouwvoorschriften die strenger worden. Daarnaast neemt ons budget af, want door de bezuinigingen drogen de subsidiepotten van het rijk op. Dus de nood groeit, maar het wordt ook moeilijker er iets aan te doen.’

Regels van de overheid belemmeren studentenhuisvesting. Wat moet er gebeuren?

‘In de wet staat bijvoorbeeld dat tijdelijke exploitatie van studentenhuisvesting mogelijk is voor vijf jaar. Er is jaren geleden al een motie aangenomen om daar tien jaar van te maken. Door een langere looptijd is het beter te exploiteren. Maar waar blijft die wetswijziging? Je ziet dat minister Donner (Binnenlandse Zaken, red.) niet de urgentie voelt om dit soort regels aan te passen, dat vind ik jammer.

‘Voor een deel kan de minister ook weinig, omdat hij steeds minder geld heeft, dat moet ik toegeven. Maar maak het dan eenvoudiger. Ik bemoei me er wel tegenaan. De Tweede Kamer zit hem nu ook achter de vodden. Donner heeft gezegd dat er in het najaar een plan komt om dit soort knelpunten aan te pakken, daar hopen we op.’

Wat zijn de oorzaken specifiek voor Leiden?

‘De universiteit en de hogeschool groeien. En we hebben de afgelopen jaren niet heel veel bijgebouwd, om heel eerlijk te zijn. We zijn met een aantal projecten bezig, maar het is moeilijk. Je kunt wel zeggen: “We stampen even wat kamers uit de grond”, maar je moet ook plek hebben. De grondprijs in Leiden is fors en studentenkamers leveren niet heel erg veel op. Woningbouwcorporaties hebben ook minder geld te besteden vanwege het kabinetsbeleid. Daar zie je meer aarzeling, omdat onrendabele studentenhuisvesting ook moet worden gefinancierd.

‘Als je eenmaal plek hebt, moet je het plan maken en het project aanbesteden. Dan ben je al drie jaar verder. Dan heb je een contract nodig, en een bestemmingsplan - dat duurt ook weer een jaar. Je bent al afgestudeerd en gepromoveerd in de tussentijd. Het lukt wel, maar je moet een lange adem hebben.

‘Studentenhuisvesting heeft ook een lagere prioriteit gehad. Nu zie je dat kamernood nadrukkelijker op de politieke agenda is gekomen. Zelf ben ik wethouder Studentenzaken geworden. Ik heb in Groningen gestudeerd, zat voor een studentenpartij in de gemeenteraad, dus ik heb iets met het onderwerp studentenhuisvesting. Ik sjor eraan en dat leidt uiteindelijk tot een paar duizend kamers erbij. Je ziet wel dat het beleid, niet alleen van mij, maar ook van mijn voorgangers nu daadwerkelijk tot oplevering begint te leiden.’

Waarom had studentenhuisvesting een lage prioriteit?

‘Het concurreert natuurlijk met andere bouwprojecten. Waar studentenwoningen worden gebouwd kan geen bedrijventerrein komen, of een wijk met eengezinswoningen. En het kost veel geld. De Lammenschanscampus die nu gebouwd gaat worden, kost 14 miljoen euro. En vaak zijn de toch al schaarse bouwlocaties al bestemd voor iets anders. Nu hebben we drie plekken aangewezen waar studentenhuisvesting prioriteit heeft: dat is een plek bij de Vrouwenweg, het Werninkterrein aan de Amphoraweg en het Lammenschanspark.

‘Bij Lammenschans komt een campus voor 1.900 studenten en tweehonderd starters of promovendi. In 2013 moet de eerste paal geslagen worden. De verwachting is dat in 2015 de eerste woningen worden betrokken. Het is de meest majeure investering in studentenhuisvesting van de afgelopen jaren. Daar mogen we best een beetje trots op zijn. De panden die nu nog op de grond staan willen we gebruiken voor tijdelijke huisvesting.

‘Aan de Wassenaarseweg komen vijfhonderd woningen, daar kunnen de eerste studenten in november in. Het terrein aan de Amphoraweg willen we graag gebruiken voor tijdelijke huisvesting. Daarmee kunnen we het mogelijke wegvallen van tijdelijke locaties als Rijnfront en Nieuweroord opvangen, maar het is nog niet zeker dat we dat terrein krijgen. In de flat boven de Super de Boer komen tientallen eenheden voor studenten. Die kunnen er volgend jaar zomer in.’

Hoe kijkt u terug op de resultaten?

‘Ik ben tevreden. Ik weet dat het dit soort projecten lang duren, dus denk ik: “Dan heb ik toch in een redelijke tijd wat bereikt.” Oplevering van de eerste fase binnen vier jaar bij het bouwplan van Lammenschans, dat is voor Nederlandse begrippen ongelooflijk snel. Maar ik ben nog niet van het probleem af. De nieuwe campus zorgt voor 2.000 kamers, met de andere bouwplannen erbij ga je richting de 3.000 kamers. Dus als de huidige plannen voltooid zijn, is het oude tekort eigenlijk opgelost, maar dan is er een nieuw tekort. De Universiteit Leiden groeit, ik ben er nog niet klaar mee.’

Meldpunt voor huisjesmelkers

Wethouder Pieter van Woensel wil twee handhavers aanstellen die de problematiek rond huisjesmelkers gaan aanpakken. Naar aanleiding van een artikel in Mare (‘Bedreigd door de huisbaas’) zei hij afgelopen april te denken aan een meldpunt. Daarvoor ligt nu een plan bij de gemeenteraad. Twee medewerkers moeten klachten en meldingen van huurders in ontvangst nemen. Hiernaast zullen ze zelf ook op pad gaan om onder andere bouwvergunningen en brandveiligheid te controleren.

Van Woensel: ‘We verwachten niet dat ze plat gebeld worden. We gaan dus ook zonder klacht controles uitvoeren bij panden van huisbazen die een bepaalde reputatie op de kamermarkt hebben. Het merendeel van de particuliere markt is prima, maar sommigen maken misbruik van kamernood.’ Van Woensel zegt erop te vertrouwen dat het plan steun zal krijgen in de gemeenteraad.

De wethouder heeft verder de bestemmingsplannen vrijgegeven voor studentenhuizen, wat betekent dat overal waar in het bestemmingsplan wonen staat voortaan studentenhuizen kunnen komen, in tegenstelling tot vroeger. Het vergunningsbeleid voor studentenhuizen is versoepeld. Van Woensel: ‘Voorheen was het praktisch onmogelijk om zo’n vergunning te krijgen, je moest aan zoveel voorwaarden voldoen. Bovendien kostte het duizenden euro’s. Nu is het eenvoudiger en goedkoper gemaakt om een vergunning te krijgen.’ De wethouder hoopt zo meer aanbod voor studenten te creëren, zodat ze niet voor de panden van huisjesmelkers hoeven te kiezen.